zondag 24 augustus 2014

Blauwe regen onder de Franse zon




Zes maanden hebben mijn broer en ik samen in één huis gewoond. Niet zomaar een huis, het was echt de Provençaalse droom. Oude tegelvloeren in alle kamers, de muren gemaakt van zandsteen en een enorme keuken met een prachtig oud fornuis. Het was een heerlijk huis, maar buiten was het zo mogelijk nog beter. We hadden een ommuurde tuin en ook vandaag kan ik alleen maar hopen ooit nog zo'n tuin te vinden. Er stond een gigantische vijgenboom, waar genoeg vijgen aan zaten voor het hele dorp. De twee rozenstruiken die al uitbundig bloeiden toen we er eind maart kwamen wonen, bloeiden nog net zo hard toen we er begin oktober weer weggingen. Het prachtige zwembad werd omringd door palmbomen. Maar mijn favoriete plekje was de overkapping die door middel van een pergola aan het huis verbonden was. Onder de overkapping stond een oude tafel,er was een ingebouwde barbecue en zelfs een stenen oven voor brood. Over de pergola groeide een enorme blauwe regen die helemaal doorliep tot aan de nok van het dak. Wanneer je naar boven keek, zag je in plaats van de hemel een lila zee van bloemen. Het huis heette 'Le Mas de mon Père' , oftewel: de boerderij van mijn vader.

Op een middag lagen mijn broer en ik heerlijk bij het zwembad in het zonnetje toen ineens de poort openging en er twee mannen de tuin in liepen. Ze keken nieuwsgierig om zich heen en te zien aan de blikken die ze met elkaar wisselden, stond onze tuin ze wel aan. Bepakt en bezakt liepen ze richting de voordeur, maar halverwege zagen ze ons zitten. "Bonjour", zeiden ze vrijwel gelijktijdig en ze liepen naar ons toe. Bij het zwembad aangekomen, ploften ze in de lege ligstoelen naast ons. " Wat een heerlijk huis hebben jullie", begon de kleinste van de twee. "En wat ben ik blij dat we er zijn, het is zo warm." Verbaasd keken mijn broer en ik elkaar aan. Wie waren deze vriendelijke, maar wildvreemde mannen? En wat deden ze hier in onze tuin? "Het is inderdaad warm", zei mijn broer. "Maar is er misschien iets dat we voor jullie kunnen doen?" "Nou", zei de kleinste weer, "we wilden ons graag eerst even opfrissen en daarna zijn we wat mij betreft klaar om aan tafel te gaan". "Dat lijkt mij ook een goed plan", zei de ander, "wat eten we vanavond?" Terwijl mijn broer ze stomverbaasd aankeek had ik ineens door wat er aan de hand was. "Dat lijkt mij een prima idee", zei ik. "Geef me jullie koffers maar, dan breng ik jullie naar jullie kamers." Ik pakte hun koffers op en liep met de twee mannen achter me aan naar het kleine poortje achter in de tuin dat toegang gaf tot de tuin van de buren, die sinds een paar maanden een soort 'Bed and Breakfast' runden. "Hier linksaf en dan kom je vanzelf bij de gastenverblijven", zei ik en deed het poortje weer achter ze dicht.

"Wat was dat nou?" Vroeg mijn broer toen ik weer in mijn strandstoel ging liggen. "Verkeerde tuin, verkeerde zwembad", zei ik . Ik deed mijn ogen dicht, vastbesloten om lekker nog een uurtje te slapen in het zonnetje. "Oh gelukkig", zei mijn broer. "Maar wat eten we nou vanavond?"

zaterdag 23 augustus 2014

Verborgen wereld




Er zijn stukjes wereld die altijd voor ons verborgen blijven. Zoals Mark Rutte die uit de douche stapt, tastend naar zijn bril. Of ons tafeltje in de klas op de lagere school midden in de nacht. Of wat te denken van prinses Beatrix, net wakker, zoekend naar haar pantoffels terwijl haar halflange haar voor haar ogen valt. We denken niet te veel na over dit soort dingen. Het heeft nou eenmaal geen zin om over dingen na te denken waar we ons geen voorstelling van kunnen maken.

Vanmorgen had ik het voorrecht zo'n stukje verborgen wereld te mogen ontdekken. Ik werd wakker voordat de wekker afliep en dat was waarschijnlijk mijn geluk. Ik hoorde nog in diepe slaap te zijn en de natuur waande zich dus onbespied.

Het gras was bedekt met een tapijt van spinnenwebben. De gevangen dauwdruppels flonkerden als duizenden diamanten in het vroege ochtendlicht. Een merel zong. Vlak voor me landde een libelle, ze keek me aan terwijl de zon haar glazen vleugels streelde. Izzy liep rustig naast me mee, rustiger dan anders. Misschien was ook zij onder de indruk van dit adembenemende schouwspel. Ik zag blauwe vlinders, enorme bidsprinkhanen en gouden kevers. De hemel was roze, op het kitscherige af en werd bevolkt door hele zwermen felgekleurde bijeneters. Nog hoger cirkelde de slangenarend loom rond en keek op ons neer. De lucht was gevuld met de geur van mos, honing en natte aarde.

In de verte sloeg een kerkklok. Ergens kraaide een haan. Ik liep terug naar huis waar de katten zich loom uitrekten en naar me toe kwamen. In de slaapkamer liep mijn wekker af. Het was tijd om op te staan.

vrijdag 22 augustus 2014

De zwaaiende hond




Iedereen voedt zijn of haar hond op een andere manier op. Er zijn net zo veel verschillende honden als eigenaars. In het zuiden van Frankrijk denken ze heel anders over honden of het opvoeden ervan dan wij. Een hond moet nut hebben, je neemt een hond niet voor niks. Ze zijn om mee te jagen, het terrein te bewaken, te fokken of truffels te zoeken. Men vindt het hier dan ook heel vreemd dat mijn hond op mijn bank en bed ligt, dat is vies... een hond hoort buiten, het liefst aan de ketting.

De Nederlanders gaan heel anders met honden om en die slaan vaak een beetje door naar de andere kant. Van een hond moet gehouden worden, net zo veel als van je kinderen. Ze hebben prachtige hondenbedden, het duurste voer en hond-verantwoorde speeltjes. Ze gaan op agility, puppygym, dogdancing of treibball.

Eigenlijk hoor ik wat opvoeden betreft noch bij de Fransen noch bij de Nederlanders. Het Franse idee van je hond uitlaten is hem loslaten in de tuin, of het poortje van de tuin opendoen en hem gewoon alleen op pad sturen. Dat vind ik heel erg gevaarlijk, het is ook heel storend. Al heel wat keren heb ik hier met een loops teefje gelopen met een stoet ongecastreerde reuen achter me aan allemaal zonder eigenaar. Castreren vinden ze hier ook niet goed, je moet een hond laten zoals hij is. Jagen op wilde zwijnen met honden is ook zoiets. Op zondag is de dierenarts in de winter speciaal geopend voor alle jachthonden die worden binnengebracht met wonden van de zwijnen. Zwijnen pakken een hond vaak onder de buik en er wordt dan heel veel schade aangericht. Buiten het jachtseizoen zitten de honden in een hok. Wanneer ik zeg dat ik dat zielig vind, kijken de Fransen me stomverbaasd aan. "Dat moet". Zeggen ze dan, "anders jagen ze niet meer". Ik zie hier honden met halsbanden met punten aan de binnenkant, honden die geschopt worden, honden aan de ketting, honden in een kennel zonder enige beschutting tegen de felle zon of soms aanhoudende regen.

Is de Nederlandse denkwijze dan de goede? Nee, voor mij ook niet. Je moet niet door het gras lopen want dan kan een hond een grasaar in zijn oor krijgen. Je moet ze geen stokken geven anders kan het gehemelte beschadigen. Je mag ze geen druiven laten eten want die zijn giftig. Je hond loopt aan de lijn op de door borden aangegeven veldjes.. Van een piepspeeltje worden ze agressief en een tennisbal kan in de keel schieten.

Ik doe het dus op mijn eigen manier. Mijn hond mag met stokken spelen en met tennisballen, maar ik let wel goed op. Mijn hond loopt uren met mij door gebieden met wilde zwijnen en grasaren. Maar ik verlies haar niet uit het oog en kijk haar elke avond goed na. Mijn hond mag elke avond een paar druiven plukken en ze vindt ze heerlijk. Ze klimt boven op rotsen en zelfs hoog in de bomen. Ze mag op de bank en slaapt 's nachts bij me in bed. Ze mag naast mij voorin de auto zitten, maar ik rij alleen op de binnenweggetjes. Ik hou zielsveel van haar en geef haar alles wat ik denk dat goed voor haar is.

Ik kan jullie trouwens wel een tip geven die noch Nederlands noch Frans is. Leer je hond te zwaaien!
Steeds meer mensen en vooral kinderen zijn bang voor honden en niks is aandoenlijker dan een zwaaiende hond. Vorige week hadden we een echtpaar met een klein jongetje in één van de gites van mijn ouders. Toen ik 's avonds weg ging om te gaan wandelen schoot Izzy ineens totaal de verkeerde kant op. Door de bosjes naar een ander veld. Ik rende er achteraan en zag waar ze naartoe was gegaan. In het veld stond een doodsbang jongetje en Izzy stond vlak voor hem. "Niet bang zijn", riep ik. "Ze is heel erg lief". Maar het jongetje bleef met de handen voor zijn gezicht staan huilen. "Zeg het hondje maar gedag", zei zijn moeder. Het jongetje keek op en zwaaide naar Izzy. Izzy ging voor hem zitten en zwaaide terug. Het ijs was gebroken, voor de rest van de week waren ze dikke maatjes.

donderdag 21 augustus 2014

Izzy en ik








Ik woon alleen, ben alleen, leef alleen en beleef alleen. Maar weinig mensen kunnen daar begrip voor opbrengen, ze vinden het zielig. Slechts een paar mensen geloven me wanneer ik zeg dat dit een keuze is. En hoe meer ik ze vertel over de voordelen van het alleen zijn, hoe harder zij proberen me te koppelen aan een ander 'eenzaam' persoon. Ken je dat? Dat je wordt uitgenodigd voor een etentje en dat je dan aan tafel naast zo'n man wordt gezet die ook alleen is? Op zich is dat geen probleem, je kunt met bijna iedereen wel een goed gesprek voeren en er voor zorgen dat je een goede avond hebt. het is helemaal niet erg dat het een wildvreemde is, wildvreemd zijn duurt niet lang. Nee, het ergste zijn de verwachtingsvolle blikken van de andere tafelgenoten. Zou het lukken? Zouden ze elkaar leuk vinden? Als je eindelijk naar huis kan, loopt de andere eenzame persoon natuurlijk 'wel even met je mee'. Want stel je voor dat je alleen naar huis moet (alsof je dat niet elke dag doet...). Maar het ergste vind ik wanneer de gastvrouw of gastheer je de volgende dag opbelt met de onvermijdelijke vraag: En..?". Voor iedereen die dit leest; dit soort avondjes zijn aan mij niet besteed.

Sommige mensen zijn er voor gemaakt alleen te zijn en ik ben er één van. Want zeg nou eerlijk, wat is er nou heerlijker dan alleen met je hond door de bossen te struinen? Het zal vast heel gezellig zijn dit met z'n tweeën te doen, of zelfs met de hele familie, maar het leidt af. Wanneer je alleen bent, kijk je anders naar de dingen. Je ziet meer en beleeft intenser. Ik vind het leuk om vogels te fotograferen. "Ik ga wel met je me, anders is het zo ongezellig", roept een vriendin dan. Leuk, maar je kunt je camera dan net zo goed thuis laten, want natuurlijk is er dan geen vogel te bekennen. Ik zou ook niet weten hoe ik 's avonds een goed boek moest lezen als er steeds iemand tegen je praat.

Natuurlijk is alleen zijn soms best moeilijk. Je moet al je problemen zelf oplossen en wanneer je je neersachtig voelt is er niemand die je opbeurt. Maar toch zijn zelfs de neerslachtige buien beter alleen. Doordat je niet wordt afgeleid, beleef je elke gemoedstoestand veel intenser. Heb je wel eens een prachtige zonsondergang gezien? Daar kijk je anders naar wanneer je alleen op een akker staat dan wanneer er ondertussen iemand tegen je praat en er kinderen schreeeuwend om je heen rennen. Het is toch heerlijk om in diep gepeins verzonken te zijn zonder dat er iemand vraagt waar je aan denkt?

Nee, laat mij maar alleen met Izzy Pippelizzy, Ik hou van dit leven. Het is prachtig, moeilijk, complex, beangstigend, leerzaam en uniek. Alleen zijn zorgt er voor dat je dieper in jezelf moet graven, dat je alleen bij jezelf te rade kunt gaan. Je leert je te uiten anders dan door te praten. Je kunt je gevoelens schilderen, beschrijven of omtoveren tot een gedicht.

Je leven met iemand 'delen' zegt het eigenlijk al. Delen is goed, maar je weet van te voren dat je maar de helft overhoudt.

woensdag 20 augustus 2014

Nachtmuziek



                                          Nachtmuziek



Het is zomer en zomer betekent in Zuid Frankrijk feest. Het feest trekt van dorp tot dorp en bestaat uit paarden, stieren, drinken en harde muziek.Vanavond was het ergens in de buurt, waar weet ik niet. Ik liep met Izzy door de velden, het begon al te schemeren. Het is een ruig gebied bij mij achter, kilometers natuur waar je nooit een mens tegen komt. Het was een vreemde gewaarwording om daar te staan, omringd door de natuur, in de wijde omtrek geen huis of dorp te bekennen en toch schalde de muziek over de velden. Het meest vreemde was dat het de stilte versterkte, het was stiller dan het ooit was geweest. Zoals je je het meest alleen kunt voelen in de drukste stad.
Ik ging zitten op een net omgeploegde akker en luisterde door de muziek heen naar de stilte.

Vaak heb ik me afgevraagd wat mij zo trok aan dit stukje Frankrijk, waarom voelde ik me zo op mijn plek in een land waar de mensen en het leven zo anders zijn. Lang heb ik gezocht naar wat me gelukkig maakte en vanavond wist ik het. Het is 'het niets' wat mij zo gelukkig maakt. Het ontbreken van fietsers, wandelaars, auto's. Avond na avond loop ik uren door de velden op zoek naar vogels, truffels, wilde zwijnen. Ik loop alleen met mijn hond. De wereld is van ons, we hoeven hem niet te delen. Je hoeft niemand te begroeten, je kunt somber zijn of juist heel blij. Je kunt hardop zingen, heel hard schreeuwen of uren lang zitten te luisteren naar het zingen van de nachtegaal.
Dat is wat mij gelukkig maakt. Ik heb jaren lang mijn energie gestoken in het vinden van geluk. En nu weet ik wat ik zocht. Ik zocht niets.....